Nieuws

Wanneer heb je nieuwe schoenen nodig?

Katrien Depoorter heeft nog nooit meer dan vijf kilometer gelopen. Nu probeert ze in elf weken die afstand drie keer zo lang te maken om uiteindelijk de 10 Miles in Antwerpen uit te lopen. Vandaag: tijd voor een nieuw paar loopschoenen.

Amai mijn voeten, wat doe ik hen toch aan?! Na elke training bespeur ik blaren en één teennagel ziet inmiddels zo blauw dat het lijkt alsof hij elk moment licht zal beginnen geven in het donker.

Wat een goede koersfiets is voor een wielrenner, zijn goede loopschoenen voor een loper. Die van mij zijn vijf jaar oud, ik heb er niet gek veel voor betaald en ik kocht ze zonder advies. Geen wonder dat daar voet- en andere klachten van komen. Zoals veel mensen wou ik eerst presteren en dan investeren. Een typische beginnersfout volgens podologen en kinesisten die hierdoor veel klagende 'Start to Runners' over de vloer krijgen, telkens na ongeveer zes weken trainen.

"Met een nieuw paar uit een gespecialiseerde winkel zal je het verschil meteen voelen", zei mijn kinesiste en podologe Carla Franco bij wie ik onlangs was voor een voet- en schoenanalyse. Carla leerde ik enkele maanden geleden kennen toen ik een artikel schreef over de nadelen van hoge hakken voor ons lichaam. (Willen jullie nog eens lezen wat we allemaal riskeren als we die dagelijks of zelfs wekelijks dragen, dames? Hallux valgus, hamertenen, rugproblemen, pijn aan de knieën, een ingekorte achillespees...).

Toen ik haar vroeg hoeveel paar schoenen ze zelf bezit, antwoordde ze: "Zeventien en meer dan de helft zijn sportschoenen want voor elke sporttak heb je een ander paar schoenen nodig. Doe je dat niet, dan vraag je om problemen". En Carla beoefent véél sporten: ze loopt, koerst, mountainbiket, zwemt, klimt, skiet, doet aan trail run en voedt twee kinderen op (toch ook een niet te onderschatten sport, niet?). Kortom: een madam die weet waarover ze spreekt en waarvoor ik graag eens van Gent naar Aalter rijd voor een analyse.

Carla zette streepjes op mijn hielen en mijn kuiten, duwde op verschillende delen van mijn voeten en liet me met en zonder schoeisel op een loopband lopen terwijl ze mijn voeten filmde. Het verdict: een pijnlijk peesblad (dat is het deel tussen de bal van je voet en de hiel, de pijn is wellicht te wijten aan die verdomde hoge hakken) en blootvoets proneer ik iets te veel naar binnen. Pronatie is de natuurlijke beweging waarmee onze voeten schokken opvangen wanneer de hiel de grond raakt. Die mag niet te lang duren en moet op het juiste moment plaatsvinden. Toch is het nog niet nodig om een anti-pronatieloopschoen te kopen, neutrale loopschoenen zijn in mijn geval geschikter. Voor andere mensen kan dat wel nodig zijn natuurlijk. Er bestaan trouwens ook extra stabiliteit loopschoenen, anti-supinatieloopschoenen...

"De markt is heel commercieel geworden waardoor een leek door het bos de bomen niet meer ziet. Maar weet dat 'duur' niet noodzakelijk synoniem is aan 'juist'", zei Carla. In veel niet-gespecialiseerde winkels gebeurt er geen analyse en gaan verkopers er volgens haar te snel vanuit dat je een anti-pronatieschoen nodig hebt omdat overproneren nu eenmaal vaak voorkomt. "Niet iedereen is daarbij gebaat, integendeel, de extra demping kan net klachten gaan veroorzaken bij iemand die juist proneert."

Wanneer zijn je schoenen aan vervanging toe? Na 1000 of 1500 kilometer, wordt wel eens gezegd. Maar het zijn wellicht de uitzonderingen die al hun afstanden jarenlang nauwkeurig bijhouden. "Kijk daarom naar je schoen. Leunt de schacht naar binnen of naar buiten, dan is het tijd voor nieuwe. Vertoont je buitenzool barstjes of rimpeltjes, idem. Als je ze op tijd vervangt, kan je een overgangsperiode inlassen waarin je afwisselend je nieuwe inloopt en het dragen van je oude afbouwt", tipte Carla. Ze verwees me door naar een speciaalzaak in Gent. Daar liep ik nog eens op de loopband en kreeg ik nadien de keuze tussen twee modellen.

Goede loopschoen herken je aan deze vijf eigenschappen:

  1. De juiste maat en leest: een ideale loopschoen is een halve tot een volledige maat groter dan je gewone schoen doordat je voeten opzwellen tijdens het lopen. Te kleine schoenen veroorzaken bloeduitstortingen onder je teennagels, te grote veroorzaken blaren. Let erop dat je tenen niet tegen de neus zitten en dat de hiel niet te los zit.
  2. Stabiliteit: dit geldt trouwens voor eender welk paar schoenen dat je koopt en zeker voor kinderschoenen. Om de stabiliteit te testen, probeer je je schoen uit te wringen als een dweil. Kan je hem verdraaien, dan is de schoen niet of weinig stabiel. Probeer het eens met zeer oude schoenen die al wat kilometers op de teller hebben en vergelijk met een paar nieuwe: je zal het verschil duidelijk zien.
  3. Stevige zool: de zool moet kunnen plooien onder de tenen zodat je mooi kunt afrollen maar mag ook niet te stijf zijn.
  4. Stevige grip: dit zorgt ervoor dat je niet wegglijdt op de harde weg, het zand, de berm...
  5. Extra demping: enkel voor mensen die te veel proneren of een te lange pronatiebeweging maken.

En hoe het met het lopen zelf staat? Wel, ik had mijn blogpost vandaag evengoed kunnen beginnen met: "Amai, mijn rug!", want zaterdagmiddag heb ik een kleine verrekking gehad. Toch kon ik niet aan de verleiding weerstaan om 's avonds met de dames uit de buurt 14 kilometer langs de Leie te lopen. We deden er één uur en veertig minuten over, maar nadien was ik geradbraakt. De lage rugpijn die ik sinds sindsdien voel, is nog niet verdwenen. Die is zelfs zo erg dat ik deze tekst liever staand dan zittend had geschreven. Twee duurlooptrainingen in drie dagen tijd is nog te veel van het goede... Zelfoverschatting noemen ze dat zeker? Ik bouw dus noodgedwongen enkele dagen rust in en hoop dat Carla me snel zal kunnen oplappen.